Functies binnen de dierenambulance

Er zijn verschillende functies die medewerkers binnen de dierenambulance kunnen vervullen:

Centralist
De centralist neemt de telefoontjes aan, geeft zo veel mogelijk advies per telefoon en selecteert welke gevallen zwaarder wegen en in welke volgorde de ritten gedaan moeten worden. Daarnaast regelt hij afspraken bij dierenartsen, zorgt voor de communicatie met dierenasiels, en andere hulpdiensten, zoals politie en brandweer, mocht dat nodig zijn. Daarnaast draagt een centralist zorg voor de administratie van de rittenrapporten.

Chauffeur
De chauffeur is degene die naar de plaats van een ongeval toe rijdt. Hij/zij heeft bij voorkeur een bijrijder bij zich, die voor hem of haar bijvoorbeeld de communicatie met de centrale onderhoudt, of meehelpt met het helpen van de dieren in nood. Eenmaal ter plaatse, wordt bekeken wat de ernst van de situatie is en of een dier met spoed naar een dierenarts moet. Chauffeur en bijrijder moeten – naast kennis van dieren en EHBO – goede sociale vaardigheden hebben om eigenaren van de dieren op te kunnen vangen.

Kantoor- en beleidspersoneel
Dat ervoor zorgt dat de financiële administratie in orde is en dat de gegevens van collectanten en donateurs goed bijgehouden worden. Vaak zijn er ook mensen nodig die met de gemeente regelingen treffen, voornamelijk over zwerfdieren en wilde dieren, omdat de zorg voor die dieren wettelijk gezien onder de verantwoordelijkheid valt van de gemeente, maar regelmatig wordt opgevangen door de dierenambulance.

Dierverzorger
Soms is er bij een dierenambulance ook een opvang, waar dieren tijdelijk terechtkunnen tot er een betere plek voor ze gevonden wordt. Katten en honden kunnen meestal direct in het asiel terecht, maar voor konijnen, kippen, hanen en geiten ligt dat anders. Een aantal dierenambulances hebben een eigen dierentehuis.